Clonidine

Wat is Clonidine?

Clonidine is een bloeddrukverlagend middel dat onder andere helpt tegen zweetaanvallen, opvliegers en vergelijkbare overgangsklachten. De gelijknamige werkzame stof in het geneesmiddel zorgt ervoor dat bloedvaten zicht verwijden, waardoor de bloeddruk automatisch lager wordt. Het geneesmiddel is enkel op recept van een arts te verkrijgen.

Wanneer gebruikt u Clonidine?

Clonidine wordt gebruikt ter behandeling van opvliegers en overmatig zweten, ook in de nacht. Het geneesmiddel is uitermate geschikt voor vrouwen die niet in aanmerking komen voor hormoontherapie om overgangsklachten te verminderen of die geen hormonen willen gebruiken om overgangsklachten te verminderen.

Soms wordt Clonidine ook gebruikt om een hoge bloeddruk of ontwenningsverschijnselen van een verslaving te behandelen, maar dit komt wel minder vaak voor.

Wanneer gebruikt u geen Clonidine?

Clonidine mag niet gebruikt worden door mensen die overgevoelig zijn voor clonidine of een van de hulpstoffen in het geneesmiddel. Ook is het geneesmiddel niet geschikt voor mensen met een lage hartslag.

Hoe dient u Clonidine te gebruiken?

Clonidine wordt voorgeschreven in de vorm van tabletten. De tabletten Clonidine moeten op vaste tijdstippen ingenomen worden en altijd zonder te kauwen. Het geneesmiddel mag met of zonder voedsel worden ingenomen. Wordt het geneesmiddel al enkele weken gebruikt en zijn de klachten nog niet minder, dan zoekt de gebruiker in overleg met de arts naar een ander geneesmiddel.

Stopt te gebruiker met het gebruik van Clonidine, dan moet er altijd een afbouwschema aangehouden worden. Zonder schema om het gebruik af te bouwen, kunnen er ontwenningsverschijnselen optreden.

Dosering

Volwassen vrouwen gebruiken het geneesmiddel tweemaal daags, waarbij 2 tot 3 tabletten van 0,025 mg worden ingenomen. Voor de behandelingen van andere aandoeningen kan er een andere dosering voorgeschreven worden door de arts.

Bijwerkingen

Clonidine kan voor bijwerkingen zorgen, waaronder sufheid, slaperigheid, duizeligheid, een droge mond en maag-darmklachten. De bijwerkingen zijn erger in het beginstadium van de behandeling en worden minder als het lichaam aan het geneesmiddel gewend is geraakt.